zaterdag 16 maart 2013

Eerste afname COPM

Eerste afname COPM ( Door Ashley en Marlies)

We gingen op 16/03 naar de ouders van E. op bezoek om het COPM af te nemen.. We hadden al eerder een poging ondernomen om met E. alleen het COPM af te nemen, maar dit verliep helemaal niet vlot. E. kan zichzelf niet goed inschatten en heeft geen zicht op zijn mogelijkheden en beperkingen. Daarom werden we erop aangewezen om de ouders van E. te betrekken bij de afname van het COPM.
De drie handelingsgebieden
Zelfverzorging
1.      Persoonlijke verzorging
E. scoort hier een 5 voor belangrijkheid. Zelfverzorging is voor hem helemaal niet belangrijk. Als hij maar een broek en een trui aan heeft, is hij al tevreden.
àHij kan zichzelf aankleden, maar de kleren moeten klaargelegd worden door de ouders. Hij kan geen onderscheid maken tussen zomer- en winterkledij ( zou Bv. enkel een t-shirt dragen in de winter)
àWassen: hij wast zich niet aandachtig genoeg en doet alles aan een heel snel tempo. Hij voert dit niet uit op een hygiënische manier.
àTanden poetsen: niet zelfstandig, de moeder van E. moet zijn tanden poetsen. E. kan dit wel maar doet het terug op een te snelle manier. (Het heeft heel lang geduurd voor E. zijn mond wilde openen en het toeliet dat iemand anders zijn tanden poetste)

2.      Functionele mobiliteit
E. kan verplaatsingen binnenshuis probleemloos uitvoeren. Transfers lukken zelfstandig.
Verplaatsingen buitenshuis verlopen zelfstandig als het dezelfde weg is die E. moet afleggen. E. heeft structuur nodig. Vroeger nam hij de bus en de trein naar het Veer, maar doordat de uren gewijzigd zijn, wordt hij nu gevoerd door zijn ouders of een gebuur.
Als hij de bus neemt, heeft hij moeite om de nummers van de bus te lezen. E. scoort voor dit onderdeel een 10 als belangrijkheid. Hij is heel graag buiten.
àE. kan niets zien op zij. Maar als hij naar boven kijkt, ziet hij alles beter.

3.      Organisatie van het huishouden
E. geeft  voor dit onderdeel een 5 als belangrijkheid. “Het is van moeten”.
àBoodschappen doen doet hij af en toe wel eens, maar de ouders hebben moeite om hem te laten gaan. Ze zijn bang dat hij een ongeval zal tegenkomen onderweg. E. heeft een witte stok, maar hij weigert hem te gebruiken (zou te confronterend zijn)
àAls hij boodschappen gaat doen, krijgt hij meestal pasgeld mee, het tellen van zijn geld gaat niet vlot. Hij ziet het verschil niet tussen 10 en 20 cent.

Productiviteit:

1.      Betaald/onbetaald werk
E. werkt momenteel in het Veer in Menen. Daar voert hij industrieel werk uit. E. heeft weinig concentratie bij zijn taken. Ook zijn zicht is een belemmering om tevreden te zijn over de uitvoering van zijn werk. Hij is ook veel opgejaagd. Hij heeft zich hiervoor een 10 naar belangrijkheid. Hij gaat heel graag gaan werken. E. verteld niet veel over zijn werk aan zijn ouders.
àE. heeft altijd het gevoel dat hij de fabriek in de steek laat, als hij er niet is. Hij is heel bang om zijn werk in de fabriek te verliezen.

2.      Uitvoering van huishoudelijke taken
E. heeft zich hiervoor een 5 naar belangrijkheid. Dit is voor hem ook niet heel belangrijk. E. heeft begeleiding nodig bij het koken. Hij heeft een kookboek waar het stap voor stap wordt uitgelegd, maar hij gebruikt het niet zoveel. Aardappelen schillen lukt wel.
àHij doet ook het stof af thuis. Maar hij is bang om zaken te breken door zijn minimaal zicht, hij ziet vooral blinkende zaken niet. Vb. glazen
Bij deze taak heeft hij ook geen concentratie, en kijkt dan ook overal rond bij het uitvoeren van deze taak.
àKleurverschillen bij E. zijn belangrijk, dit kan hij wel zien.

Ontspanning
1.      Passieve-actieve recreatie:
E. heeft zich hiervoor een 10 als belangrijkheid. Dit is heel belangrijk voor hem. E. gaat wekelijks zwemmen in Ieper. Hij gaat ook iedere donderdag naar de Omloop in Ieper. Daar worden ontspanningsactiviteiten aangeboden. Als het mooi weer is, gaat hij ook zelfstandig gaan wandelen.
Hij ging vroeger op reis, maar de ouders verbieden dit hem, door onaangename ervaringen uit het verleden.
2.      Sociale contacten:
E. heeft zich hiervoor een 8 als belangrijkheid. E. mag niet de telefoon opnemen of de deur open doen als hij alleen thuis is. Hij telefoneert zelfstandig, en neemt de telefoon op als zijn ouders thuis zijn. Hij beantwoordt zelf de oproepen van het Veer. Hij gaat nooit op bezoek bij vrienden of kennissen. E. komt los als andere mensen zijn naam roepen (Bv. in het zwembad)
àE. is graag gezien van anderen en is sociaal ingesteld. Hij doet graag een babbel met anderen.


Besluit: E. heeft een verminderd zicht en dit heeft een invloed op zijn dagelijks handelen. E. wil zelfstandig zijn, maar als hij zaken niet alleen kan uitvoeren, is hij in momenten ontgoocheld in zijn eigen handelen. E. heeft nood aan een vaste structuur, hij kan zich moeilijk aanpassen aan veranderingen in zijn omgeving.  E. ziet niets aan de zijkanten, maar als hij naar boven kijkt, ziet hij veel meer. Hij heeft weinig concentratie en geduld bij het uitvoeren van taken.
Wel hebben we het gevoel dat de ouders bang zijn om hem los te laten, en zelfstandig zaken uit te voeren. Ze doen heel veel in zijn plaats, maar wij denken dat er meer uit E. te halen is, dan dat de ouders ons vertellen. Ze zijn overbeschermd over E.
E. ondervindt de meeste problemen door zijn zicht, ongeduldigheid, spraakgebrek, onvoldoende concentratie en onvoldoende flexibiliteit.



De 4 belangrijkste problemen in activiteiten die E. ervaart zijn:
1. Productiviteit/ werken
Belangrijkheid: 10
Tevredenheid: 2
2. Transfers afleggen buitenshuis (moeilijk door beperkt zicht)
Belangrijkheid: 10
Tevredenheid: 2
3. Ontspanning/ Op reis gaan
Belangrijkheid: 10
Tevredenheid: 2
4. Sociale contacten/ Spontaan in interactie treden met anderen
Belangrijkheid: 8
Tevredenheid: 3


Geen opmerkingen:

Een reactie posten